Rupsje Nooitgenoeg is de hoofdpersoon in het gelijknamige boek voor kleuters van de Amerikaan Eric Carle. Het gaat over een rupsje dat altijd honger heeft. Gedurende het grootste deel van het boek is het rupsje aan het eten, tot het zich aan het eind van het boek ontpopt als een prachtige vlinder.

(Dit artikel verscheen 25 november 2013 op sargasso.nl: http://sargasso.nl/rijkswaterstaat-als-rupsje-nooitgenoeg/ )

Rijkswaterstaat (RWS) lijkt op Rupsje Nooitgenoeg: het Nederlandse wegennet bestaat niet uit verbindingen, maar ‘ontbrekende schakels’. Die moeten we dringend aanleggen. Anders loopt het verkeer nu, morgen of op een ander moment hopeloos vast. Dit alles levert echter geen prachtige vlinder op, maar versnippering en verstening van de leefomgeving. En, merkwaardig genoeg, meer in plaats van minder ontbrekende schakels.
Wanneer is genoeg eigenlijk genoeg? En leggen maatschappelijke of landschappelijke kosten die niet in geld zijn uit te drukken nog gewicht in de schaal?

Rondje Rotterdam
Het totale metropolitane gebied rond Rotterdam, de zogeheten Zuidvleugel, telt 1.600.000 inwoners. Dat is bijna 10% van de totale Nederlandse bevolking. Deze 10% woont op minder dan  3% van het Nederlandse grondgebied. Door de (haven)uitbreidingen aan de zuidzijde is nog maar weinig open gebied voor natuur en recreatie over. Om dat te bereiken moeten stadsbewoners ook nog een flinke hindernis nemen: de A15 die zes of acht banen breed de stad scheidt van het buitengebied.
Aan de noordzijde is de situatie iets gunstiger. Ook hier zijn de nodige hindernissen te vinden, maar vanuit Vlaardingen, Schiedam of Rotterdam is de relatief open ruimte van Midden-Delfland betrekkelijk dichtbij.
Midden-Delfland was een zogeheten ‘Rijksbufferzone’. Om voldoende recreatief groen voor de stedeling te kunnen behouden, zijn hier geen grootschalige woonwijken en andere projecten toegestaan. De bufferzones zijn als beschermer van groene ruimte geslaagd, want steden als Delft en Schiedam zijn nog steeds niet vergroeid. Sinds Rutte-I hebben de bufferzones niet meer dezelfde status als voorheen. Het beheer is overgegaan in handen van de provincies en de vraag is in hoeverre de provincies en de gemeenten de bouwactiviteiten blijvend wensen in te perken.
Er zijn drie bedreigingen: de A4 Delft-Schiedam, de plannen voor de Blankenburgtunnel en de A13/A16. Hemelsbreed komen de Blankenburgtunnel en de A4 op ongeveer zeven kilometer van elkaar te liggen. De A13/A16 komt vier kilometer oostelijk van de A4. Drie gigantische projecten op een stukje land dat op een zomerse namiddag prima met de fiets te doen is. Rupsje Nooitgenoeg ontpopt zich hier niet als prachtige vlinder, maar als een veelvraat van het groene buitengebied.

‘Ontbrekende schakels’
Van de drie genoemde ‘ontbrekende schakels’ is de A4 Delft-Schiedam dwars door Midden-Delfland een weg in wording. Ongeveer 50 jaar is de aanleg tegengehouden, maar de crisis- en herstelwet en een uitspraak van de Raad van State in 2011 braken het verzet. Het heeft wel iets opgeleverd: het oorspronkelijke situeerde de weg op een dijklichaam. Nu komt de weg in een tunnelbak en mag er niets van te zien, horen of ruiken zijn. Eerder dit jaar interviewde ik John Witjes, voorzitter van Stichting Batavier. Dit staat voor ‘Bewaking Afspraken Tracébesluit/Bestuursovereenkomst A4 Delft-Schiedam’. Batavier ziet toe op een juiste en zuivere uitvoering van de gemaakte afspraken. Laat het verzet de kosten voor dit soort projecten zodanig oplopen, dat ze in de toekomst onbetaalbaar worden? Witjes: ‘Het kan een remmende factor vormen, maar RWS gaat toch door. Ze hebben de langste adem. En vergeet niet dat ze ook nog eens de crisis- en herstelwet achter de hand hebben. Bovendien heeft die wet sinds december 2011 een vrijwel permanent karakter gekregen, wat verzet van gemeenten onmogelijk maakt’.
En inderdaad: een robuust wegennet voor de Rotterdamse Haven mag best wat kosten. Het Rotterdams Havenbedrijf heeft de zinnen gezet op de Blankenburgtunnel ten westen van Vlaardingen. Voor directeur Hans Smits is het zelfs de topprioriteit van het Havenbedrijf en dat bedrijf maakt de dienst uit in de regio. Wrang is dat Vlaardingen enige jaren geleden is uitgeroepen tot de groenste stad en veel geïnvesteerd heeft in aaneengesloten natuur- en recreatiegebieden. De Blankenburgtunnel komt precies hier boven de grond. Daarmee vormen twee snelwegen de oost- en westgrens en snijdt de A20 de gemeente doormidden. Met dank van Rupsje Nooitgenoeg voor het open houden van de ruimte: daar is het zo fijn asfalteren.
De derde ‘ontbrekende schakel’ rond Rotterdam is de A13/A16 die tien kilometer langs de noordrand van Rotterdam dwars door het Lage Bergse Bos loopt om daar aan te sluiten op de A16. Volgens RWS een ‘noodzakelijke’ verbinding, omdat weggebruikers op beide wegen files proberen te omzeilen. Daardoor slibben lokale wegen dicht. De A13/A16 moet daar een eind aan maken en voor een vlottere doorstroming op de A13 en de A20 zorgen.

In de ban van de ring
Tellen we alles bij elkaar op, dan zien we de contouren van een tweede Ringweg. Wat nog ontbreekt is de A24. Deze weg komt al voor in het Rijkswegenplan van 1968 (net als de Blankenburgtunnel) en is in het Masterplan ‘Rotterdam Vooruit’ uit 2009 weer van stal gehaald.

A24: 'logisch vervolg' op Blankenburgtunnel, A4 en A13/A16?

Verstokte voorstanders van de Blankenburgtunnel en de A4 ontkennen bij hoog en laag dat dit de bedoeling is. Dat wil vooral zeggen dat zij inzien dat dit voorlopig een weg te ver is. Maar lanceerde de PVV drie jaar geleden niet een voorstel de A3 tussen Rotterdam en Amsterdam als tolweg aan te leggen? Dit plan dateert uit 1932! Ook de VVD vond een rechtstreekse verbinding de moeite waard om te onderzoeken. Maar: de kwaliteit van het Groene Hart moest wel behouden blijven, wat zoiets is als het vierkante rondje uitvinden. Er bestaat een grabbelton van nog niet gerealiseerde wegenplannen, waar rechts Nederland de vingers bij kan aflikken. De eetlust van Rupsje Nooitgenoeg valt niet te stillen.
Maar ook zonder het spookbeeld van de A24 is het duidelijk dat de groene ruimte in de regio Rotterdam zwaar onder druk komt. Het maakt bovendien pijnlijk duidelijk dat economie, mobiliteit en leefbaarheid op gespannen voet komen te staan als we uit blijven gaan van de mantra’s van onbeperkte economische groei en oneindige mobiliteit.
In mijn gesprek met John Witjes vroeg ik wat volgens hem de mensen bij RWS drijft: ‘Door uit te gaan van een autonome groei van het autoverkeer waar geen einde aan komt, schept RWS een “noodzaak” om in de regio de A13/16 en de Blankenburgtunnel weer als “ontbrekende schakels” op te voeren. Daarnaast willen ze natuurlijk graag zichzelf aan het werk houden. En het aanleggen van wegen levert meer werk op dan het onderhouden ervan.’

Cirkelredeneringen
Onlangs betoogde minister Schultz van Haegen in Buitenhof dat de afname van de files de afgelopen jaren niet met de economische teruggang te maken heeft, maar te danken is aan het pakket maatregelen (wegverbredingen etcetera) dat RWS heeft uitgevoerd.
Daarmee wilde zij vooral zeggen dat meer asfalt wel degelijk helpt. Wat de minister daar niet bij vertelde was dat de automobiliteit al jaren afvlakt.
Op termijn kunnen al die nieuwe wegen en tunnels wel eens overbodig blijken. De minister gaat er bovendien vanuit dat de oorzaak van het fileprobleem een tekort aan asfalt is. Maar je kunt het probleem natuurlijk ook vanuit een ander perspectief bezien: er zijn in een regio met 10% van de bevolking op nog geen 3% van het landoppervlak teveel automobilisten die allemaal op hetzelfde tijdstip over dezelfde stukjes asfalt van A naar B willen. Alleen sluit dat perspectief niet zo mooi aan bij de lobby van de Rotterdamse Haven en de transportsector.