De provinciale werkgroep metropoolregio organiseerde onlangs een discussiemiddag. De bijeenkomst voor de GroenLinks fracties uit de regio’s Haaglanden en Rotterdam was bedoeld om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Uit de discussie bleek dat de meningen over de metropoolregio onderling verschillen, maar vooral dat er veel vragen zijn over het besluitvormingsproces: onduidelijkheid over wat de voorstellen betekenen voor de betrokken gemeenten, over het democratische proces en over het juridische kader waarin de metropoolregio zal moeten functioneren. Hieronder een verslag:
Sinds Den Haag en Rotterdam stevig trekken aan de vorming van een metropoolregio is er, naast instemming, ook fundamentele kritiek op de instelling en werkwijze van dit bestuurlijk fenomeen. Binnen GroenLinks leidt dat tot veel vragen, stellingen en discussies, maar niet tot eenheid. Dat bleek op een discussiemiddag voor raads- en bestuursleden van GroenLinks in Zuid-Holland op zaterdag 25 mei in Delft. Aanleiding voor de bijeenkomst was de vraag van de metropoolregio aan de 24 gemeenteraden in dat gebied om voor 1 augustus 2013 enkele besluiten daarover te nemen.
Doel van de bijeenkomst was om binnen GroenLinks van gedachten te wisselen over de metropoolregio, zo vertelde dagvoorzitter Piet Dofferhoff. Liefst met als resultaat dat binnen GroenLinks dezelfde gedachte over dit bestuurlijke concept zou ontstaan. De provinciale werkgroep Metropoolregio, die de bijeenkomst organiseerde, had voor de discussie drie vertrekpunten geformuleerd.
Wat is de noodzaak van een extra (vierde) bestuurslaag?;
Wat is de democratische legitimiteit van de metropoolregio?;
Wordt er gekeken naar een logische gebiedsopbouw?
Ulbe Spaans (lid Westlandse gemeenteraad) ging in op de geschiedenis. De metropoolregio is het antwoord van Rotterdam en Den Haag op de afschaffing van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR)-plus. Doelstelling is niet alleen om de regionale concurrentiepositie van de regio Rotterdam-Den Haag te versterken. Maar vooral ook om de gelden voor het verkeer en vervoer te regelen (550 miljoen euro) die anders naar de provincie zouden gaan. Daarnaast moet ook de aantrekkelijkheid van de regio worden vergroot. Groot manco van het concept is het ontbreken van democratische legitimiteit (pijler 0). Er ligt nu wel een voorstel voor een algemeen en een dagelijks bestuur, maar de juridische basis voor deze vierde bestuurslaag ontbreekt.
Aanvankelijk kreeg de metropoolregio taken in zeven beleidsvelden: bereikbaarheid, economie, greenport, onderwijs en innovatie, ruimte/wonen, Hof van Delfland/groenzones en voorzieningen. Dat is nu teruggebracht tot twee: vervoersautoriteit en economie en een ambitie op het gebied van groen. Op dit moment wordt vooral over het onderdeel vervoer gesproken. Ulbe verwacht dat het openbaar vervoer naar de grote steden gaat en verkeer en infrastructuur naar de provincie. Duidelijk is dit echter nog niet.
Naar aanleiding van een vraag uit de zaal over de frictiekosten (vooral van personeel en gebouwen) constateerde Ulbe dat het financiële kader ontbreekt. Ook over de inhoud van de samenwerking staat niets vast. Een gemeente kan er voor kiezen om zich niet aan te sluiten bij de metropoolregio, maar die mag dan niet meer meepraten over de gelden van de vervoersautoriteit, aldus Ulbe Spaans.
Marcel Vissers (oud-gedeputeerde en nu wethouder Noordwijkerhout) is geen voorstander van de metropoolregio. Hij constateerde dat de vorming van de metropoolregio het belangrijkste doel is van Rotterdam en Den Haag, maar dat niet gekeken wordt naar de manier waarop je de beste resultaten uit de samenwerking kunt halen. Men is alleen op middelen uit, niet op inhoudelijke samenwerking.
Samenhang zou de basis moeten zijn voor regionale samenwerking, maar, vroeg Marcel zich af, hoeveel samenhang zit er nu werkelijk tussen Den Haag en Rotterdam? Marcel gaf zelf het antwoord ook: weinig! Bij het verstedelijkingsproces waren ze bij toeval op elkaar gebotst toen ze zochten naar uitbreiding. Bestuurders en raadsleden, hebben de natuurlijk neiging om eerst binnen hun eigen gebied te kijken. Was dat eerst binnen Rotterdam en Den Haag; nu is dat gebied de metropoolregio. Dat betekent dat Leiden en Dordrecht daar buiten vallen. De huidige voorstellen geven daarom geen vertrouwen voor de toekomst.
Marcel merkte op dat de regio van belang is om de verkokering van het rijk te doorbreken. Heel veel bevoegdheden liggen bij de gewesten. De provincie heeft daar weinig mee te maken. Verlengd bestuur moet via de gemeenteraden lopen. Dat kost terecht veel tijd omdat het over je eigen gemeente gaat. Die bevoegdheden moet je dus niet bij een of andere onduidelijke bestuurslaag neerleggen. Het spanningsveld tussen de grote steden en de provincie zal voorlopig wel blijven. Als raadslid identificeer je je meer met je eigen gemeenteraad. Zaken van de provincie komen dan dreigender over dan de dingen uit je eigen gemeente. Buiten de WGR-plus doet de provincie er echter wel toe. Daar moet je je wel van bewust zijn.
Marcel meent dat GroenLinks ook hoort stil te staan bij de manier waarop zij het beste haar sociale en groene ambities kan realiseren. Is dat via de metropoolregio of via de provincie? Wat is beter? Dat beslissingen worden genomen door Gedeputeerde Staten die zich moeten verantwoorden ten opzichte van statenleden? Of verdient het de voorkeur dat door de kroon aangewezen burgemeesters beslissingen nemen en die zich vervolgens niet hoeven te verantwoorden?
Marcel besluit zijn presentatie met de stelling: “De vorming van de metropoolregio en de vervoersautoriteit lijkt meer ingegeven door een gezamenlijke wens tot behoud van bevoegdheden en middelen dan door een gezamenlijke visie op de toekomst van de regio”
Naar aanleiding van een vraag uit de zaal of de komst van metropoolregio een gelopen race is zegt Marcel dat het niet het geval zolang er nog geen definitieve beslissing is gevallen. En die discussie rond de metropool is zeker nog niet afgelopen.
Uit de discussie met de zaal bleek dat er binnen gemeente soms negatief gedacht wordt over de provincie. De provincie wordt als niet zichtbaar ervaren. Ze zijn alleen dan zichtbaar als iets wordt verboden. Binnen de gemeenten leeft dan ook het idee dat ze meer invloed zullen hebben binnen een metropoolregio dan bij de provincie.Leo Maat (wethouder Leiderdorp) presenteerde een column op basis van de vertrekpunten van de provinciale werkgroep en de recente voorstellen van de metropollregio. Zijn bijdrage staat apart vermeld op de website.
Gerrit van der Plas (beleidsadviseur Platform Regionaal Economische Structuur Amsterdam en bij de metropoolregio Amsterdam), lichtte de totstandkoming en organisatie van de metropoolregio Amsterdam toe. Zijn presentatie is apart vermeld.
De basis voor de metropoolregio Amsterdam (MRA) werd gelegd toen begin deze eeuw 150.000 woningen gebouwd moesten worden in de Noordvleugel. Dat leidde tot een intensieve samenwerking tussen de betrokken provincies en gemeenten; niet alleen over de woningbouw, maar ook over bereikbaarheid en de economische ontwikkeling. Elk jaar worden daarover conferenties gehouden. VVD en PvdA hebben de regio tot nog toe buiten de politiek kunnen houden. Politiek vind plaats in de gemeenten. Elke gemeente draagt 2 euro bij aan de regio. Ambtenaren van gemeenten worden uitgeleend aan de regio. Er is een regioraad en een dagelijks bestuur. De grootste gemeente (Amsterdam) heeft in de besluitvorming geen meerderheid, maar is gedwongen coalities te sluiten met andere gemeenten. De kunst van de regio is, volgens Gerrit, om over de grenzen heen samen te werken aan hetzelfde doel. De inhoud is dus bepalend voor de samenwerking.
Op basis van zijn ervaringen geeft Gerrit aan wat belangrijke lessen in dit proces zijn:
- de inhoud moet leidend moet zijn;
- niet te veel tegelijkertijd willen;
- samenwerken als partners. Niet als partijen met ieder een eigen agenda. Onderling vertrouwen is erg belangrijk.
Gerrit is voorstander van een metropoolregio omdat je dan als gemeente in ieder geval iets te zeggen hebt. De taakverdeling moet duidelijk zijn: gemeente – gemeenten samen in een regio – provincie. Hij begrijpt de onvrede die er op dit moment heerst wel, omdat het proces rondom de metropoolvorming Rotterdam en Den Haag geen schoonheidsprijs verdient. Naar zijn mening is echter onvrede met het één altijd een slecht argument om voor iets anders te kiezen. Werken (samen met andere partijen) aan de verbetering van het overleg binnen de metropoolregio, het uiteindelijk opstellen van een evenwichtige agenda (dat gaat nooit in één keer) en de transparantie vergroten van de metropoolregio, vindt hij constructiever.
Opmerkingen / discussiepunten vanuit de zaal:
1. Ambities metropoolregio laag, geen inhoudelijk goed gevormde regio.
2. Metropoolregio: wat betekent dat voor het groene geluid van GroenLinks?
3. Moet je al dan niet instemmen met een metropoolregio of is er een derde keuze?
Vragen tijdens de behandeling in de gemeenteraad:
1. Voor instemming moet duidelijk zijn welke bevoegdheden precies worden overgedragen vanuit de gemeente naar de metropoolregio.
2. Hoe gaat de democratische controle worden uitgeoefend?
3. Wat gaat de metropoolregio oplossen wat de provincie niet kan?