Nederland is een exportland van waterveiligheid. We zijn een speler op wereldniveau. Ook waar het gaat over de kwantiteit van water, doen we het aardig goed. Maar op het gebied van schoon water blijven we zwaar achter. Dat was één van de conclusies tijdens de Relatiebeheerdag 2013 KaderRichtlijn Water (KRW). Waar de ene waterschapsbestuurder vindt dat we meer tijd nodig hebben omdat de natuur zich langzaam herstelt, vindt de ander dat we veel meer moeten inzetten op technische hulpmiddelen. Maar over wat die technische hulpmiddelen precies doen is nog veel onbekend: “eigenlijk weet niemand wat er werkt en op welke termijn.” Iedereen was het erover eens dat er nog veel onderzoek nodig is.

Of Nederland de normen van de KRW zal halen is onzeker. Waar vroeger veel verzet was tegen opgelegde regels, bijvoorbeeld voor de veehouders, worden de regels nu afspraken. Afspraken die in goed overleg worden vastgesteld. De vraag is of dit goed is voor de normen voor schoon water. Overleg betekent immers compromissen sluiten.

Ook in de provinciale presentatie over de Nieuwkoopse plassen staat samenwerking en overeenstemming hoog in het vaandel. In deze presentatie wordt als eerste doel voor het beheerplan Nieuwkoopse plassen genoemd: ‘economie behouden’. Dat is toch op zijn minst bijzonder als je bedenkt dat het doel is om de ecologie te behouden en het beheerplan gemaakt is om het gebied erkend te krijgen als ‘Natura 2000-gebied’.

De vraag roept zich op of we onvoldoende investeren in schoon water omdat we teveel compromissen sluiten. Niet voor elk onderwerp is afspraken maken de meest geëigende vorm.

Maar ook is de vraag gerechtvaardigd of we niet veel te weinig investeren in onderwijs en onderzoek op dit gebied? Er moet veel meer gebeuren dan lokaal proberen de natuur te herstellen.

Aan Brussel uitleggen dat we de normen niet halen, zoals ook te horen was op de Relatiebeheerdag, zou wel veel steviger zijn als we niet alleen het probleem kunnen benoemen maar daar ook een oplossing bij kunnen geven. Het probleem is echter dat we niet weten hoe we schoner water moeten krijgen en wat de oplossing is. We zouden veel sterker moeten inzetten op onderzoek en ontwikkeling van methodieken. Als we dat dan ook inderdaad gaan doen kunnen we op termijn misschien ook tempo maken in het verbeteren van de waterkwaliteit.