De Statenfractie stelde in september schriftelijke vragen over de tussenlandingen op Rotterdam Airport. De tussenlandingen zorgen voor extra geluidsoverlast en luchtvervuiling en leveren voor de reizigers extra vertraging op. Het college van Gedeputeerde Staten kwam met antwoorden die aantoonbare onjuistheden bevatten en onvoldoende ingingen op de geschetste problematiek. De GroenLinksfractie geeft het College de ruimte om nog eens naar de beantwoording te kijken en om met aanvullingen en verbeteringen te komen. De fractie heeft vooral moeite met het feit dat het College aan de Rotterdamse luchthavendirectie vraagt hoe het zit met de tussenlandingen, terwijl deze belanghebbende is.

De luchthavens van Eindhoven en Rotterdam geven aan dat de reizigersaantallen groeien. Die groei wordt echter grotendeels veroorzaakt door het meetellen van tussenlandingen. Zo telt een reiziger die van Rotterdam, via Eindhoven, naar Faro vliegt mee in de aantallen van Rotterdam, maar ook in die van Eindhoven. Dat krikt de reizigerscijfers van de luchthavens behoorlijk omhoog.

Statenlid Alfred Blokhuizen: 'De luchthaven van Rotterdam lobbyt voor extra milieuruimte. Dat betekent voor de omwonenden nog meer lawaai, ook in de nacht, en meer vervuiling. Dat is volledig in strijd met de wens voor schone lucht en minder lawaai voor de omwonenden. Ook voor de reizigers is het niet prettig, het kost ze veel extra tijd en kosten. De extra kosten realiseert de gemiddelde reiziger zich vaak niet, maar uiteindelijk betaalt men natuurlijk wel voor de kosten die worden gemaakt door deze tussenlandingen. Vervelend voor reizigers is ook, dat ze vaak helemaal niet weten dat ze een tussenlanding ergens in Nederland gaan maken. Ze merken dat pas als ze het vliegticket ontvangen. Ook voorstanders van Rotterdam Airport zouden vraagtekens bij deze gang van zaken moeten zetten.

De schriftelijke vragen kunt u hieronder downloaden