Alfred Blokhuizen: Onze columniste Anne-Marie den Heijer was geraakt door dit verhaal van een Afrikaanse verslaggever. Het plaatst de discussie over vermindering van ontwikkelingshulp wel in een heel ander daglicht. Ook op de 22ste wereldaidsdag slaat de aidsepidemie in Zuid-Afrika nog altijd wild om zich heen.

Elke dag sterven er duizend mensen aan de gevolgen van aids. Daardoor groeien steeds meer kinderen zonder ouders op. Vanwege het gebrek aan opvang zijn velen gedwongen om hun eigen huishouden te runnen. De child headed household.

Sara (15) woont samen met haar twee jonge zusjes Nthabiseng (9) en Maria (6) in een klein stenen huisje in Elandsdoorn, hetzelfde huis waar haar moeder vijf jaar geleden stierf aan de gevolgen van aids. Haar vader was eerder al overleden. Sindsdien heeft Sara de rol van haar moeder overgenomen. Ze wast haar zusjes, ze kookt voor ze, ze brengt ze naar school en stopt ze ’s avonds in bed.,,Soms is het zwaar om voor mijn zusjes te zorgen, want ik heb niet altijd eten in huis om aan ze te geven”, vertelt Sara. Terwijl kinderen van haar leeftijd normaal puberend tegen het ouderlijk gezag aanschoppen, is Sara al sinds haar tiende het ouderlijk gezag.
Ze kijkt eerst een paar keer goed de straat door. Heeft niemand de blanke journalist naar binnen zien gaan? Het interview moet binnen. Sara wil best over haar situatie praten, zolang de buren het maar niet zien.
,,Hier op het platteland worden dit soort kinderen door hun omgeving genegeerd. Een familie die iets met HIV te maken heeft, daar is iets mis mee, zo is de gedachte”, zegt jeugdhulpverlener Ntombi Mtshweni. Ondanks dat bijna een kwart van de mensen in de provincie Mpumalanga besmet is met HIV, heerst er nog steeds een enorm taboe op de ziekte. ,,Deze kinderen zijn daar de dupe van. Sara heeft nog wel wat familie, maar die wil niks met haar te maken hebben.” Zelfs op de 21ste Wereld Aids Dag is in Elandsdoorn acceptatie en erkenning van aids nog altijd de eerste stap.
Er pruttelt maïspap in een pan op een piepklein elektrisch kookstelletje. De paar elektriciteitsdraden hangen als een spinnenweb door het huis heen. In de kamer staat alleen een oude tafel met drie stoelen, meer niet. Zolang Sara minderjarig is, krijgt ze geen enkele financiële steun van de overheid. Ze krijgt wat hulp van de kliniek in het dorp. Net genoeg eten om te overleven.
Alleen de gloednieuwe raamkozijnen vallen uit de toon in het verwaarsloosde huisje. Er zitten stevige tralies voor. Ook het slot in de deur is niet al te lang geleden vernieuwd. ,,Dat is geen toeval”, zegt Mtshweni. Ze kwam er vorig jaar achter dat Sara al een tijd niet meer naar school ging. Mtschweni dacht dat het kwam omdat ze geen schooluniform had, zoals de rest van de kinderen. Sara kreeg daarop een uniform van Mtshweni, in de hoop het probleem daarmee opgelost te hebben. Maar Sara ging nog steeds niet naar school. Er bleek meer aan de hand: ,,Omdat het huis niet goed beveiligd was, hield Sara ’s nachts de wacht bij haar zusjes. Uit angst dat er zou worden ingebroken en iemand de meisjes iets zou aan doen. Overdag sliep ze. Sinds we het huis goed hebben beveiligd, gaat ze weer naar school.”
De jeugdwerkers maken zich zorgen om de toekomst van de child headed households. De grote fondsen voor AIDS-bestrijding drogen mede door de economische crisis op. Daarnaast willen ze veel meer steun van de Zuid-Afrikaanse overheid om het probleem te dragen. Maar ook daar is gebrek aan geld. ,,Wij zijn de enige in Elandsdoorn die iets voor deze kinderen doen. Als ons budget straks terugloopt, kunnen we Sara en al die andere kinderen niet meer helpen en zullen ze op zoek moeten naar andere manieren om inkomen te verwerven.” Een nachtmerrie, voor de hulpverleners. ,,Dan zal ze haar lichaam misschien verkopen aan jongens.”
Sara zit nu – op haar vijftiende – in de laatste klas van de basisschool. Leren gaat haar moeilijk af, maar ze is wel van plan door te zetten. Eén keer in de week helpen de jeugdwerkers haar met haar huiswerk. ,,Ik wil ook maatschappelijk werker worden”, zegt Sara, ,,Ik wil als ik groot ben mensen helpen. Zodat mensen niet zo hoeven te lijden als ik heb gedaan.” De ogen van Sara hebben hun onschuld al lang geleden verloren, maar als ze over de toekomst praat beginnen ze ineens een beetje te glinsteren.
Achter het huis spelen de zusjes Nthabiseng en Maria met een stapel stenen. Het spelletje heet ‘pratende stenen’. De kleine meisjeshanden schuiven de stenen druk gebarend over het zand en laten ze hele gesprekken voeren. Alles speelt zich af in een gezin. Drie van de vijf stenen zijn de kinderen, de andere twee zijn de vader en de moeder. Zoals het hoort, volgens de stenen. 
Cijfers
De meest recente cijfers tonen een enorme toename aan van kindergezinnen in Zuid-Afrika. Het aantal kinderen in child headed households is tussen 2002 en 2007 met 25 procent toegenomen tot 148.000. Dat is bijna tien procent van het totale aantal aidswezen.
De cijfers zijn niet verrassend in vergelijking met de totale omvang van de aidsepidemie in Zuid-Afrika. ,,Op dit moment zijn naar schatting tussen de 5,5 en 7,2 miljoen mensen besmet met HIV”, zegt de Nederlandse aidsdokter Hugo Tempelman, die in de kliniek in Elandsdoorn werkt. Daarmee heeft Zuid-Afrika de meeste hiv- en aidspatiënten ter wereld.
De Zuid-Afrikaanse regering heeft onder de vorige president Mbeki lang geweigerd de ernst van de situatie in te zien en stelde veel te weinig geld beschikbaar voor onderzoek en aidsremmers.
Dat tij lijkt onder de nieuwe president Zuma gekeerd, maar toch blijft de aidsepidemie doorwoekeren. Tempelman: ,,Elke dag gaan er duizend mensen dood aan de gevolgen van aids en komen er 1900 nieuwe HIV-besmettingen bij.