Vrijdag 2 juli werd in een extra vergadering van de Provinciale Staten pijnlijk duidelijk dat de RijnlandRoute, een verbinding tussen de A4 en A44 ten zuiden van Leiden, financieel volkomen onhaalbaar is. Het tekort kan, als het een beetje tegenzit, tot honderden miljoenen Euro's oplopen. Een bedrag dat de Provincie en regio onmogelijk kunnen opbrengen. Alle rekenkundige trucjes ten spijt, blijkt deze nieuwe weg een fata morgana voor ondernemend en autominnend Zuid-Holland.
Het is goed nieuws voor natuur- en landschapminnend Zuid-Holland. Nu blijft de polder, het weidevogelgebied en ecologische hoofdstructuur in stand. Daar kunnen we allemaal van genieten. Ook wordt Voorschoten niet gesplitst en blijft de Stevenshof gevrijwaard van heel veel herrie en fijnstof.
Toch zitten er addertjes onder het gras. De provinciale coalitiepartijen willen een onderzoek of er toch nog iets kan, mede door inzet van geld dat is bestemd voor het openbaar vervoer. Dat is overigens wat wonderlijk, omdat Gedeputeerde van Dijk steevast verkondigde dat hij geen onderzoeken meer wilde. Hij zei eerder: "Je kunt net zo lang onderzoeken tot je een gewenste uitslag krijgt, maar intussen gebeurt er dan helemaal niets". De Gedeputeerde gaf al meerdere keren toe dat hij geen oplossingen had voor het financiële gat.
Minister Eurlings, die mede oorzaak is van het grote tekort, wil voor 1 december weten of de regio een oplossing heeft voor de gerezen problemen, Zo niet, dan "vervalt de urgentie" voor de RijnLandRoute en gaat al het geld naar andere projecten. De minister was overigens nooit een erg enthousiaste voorstander van deze weg.
Helemaal niets doen aan de situatie rond Leiden is ook voor GroenLinks geen optie. Wat ons betreft worden de bekende knelpunten direct aangepakt, waarbij we wel moeten beseffen dat nieuw asfalt nieuwe wielen aantrekt. Daardoor komt alles op een ander moment weer vast te staan en is het aantal Openbaar Vervoer reizigers weer verder afgenomen.
De GroenLinksfractie wil dat het geld dat overblijft, na het aanpassen van de autoknelpunten, wordt gebruikt voor het verbeteren van het openbaar vervoer. Dat geld blijft over, omdat de kosten van deze aanpak lager zijn dan dat bij elkaar is gespaard. De RijnGouweLijn kan dan in z'n geheel worden aangelegd en badgasten kunnen dan in één keer naar het strand met de tram. Urenlang in de hete zon staan op een zomerse dag is dan niet meer nodig.
De auto-aanbidders zullen wel droevig zijn vanwege het verlies van dit 880 miljoen kostende project. Het onderzoek naar het bij elkaar vegen van geld zal zinloos blijken. Het laat zien dat men in de ontkenningsfase zit van het overlijden van een plan. Ik adviseer de fans van de RijnLandRoute in de vakantie alvast aan rouwverwerking te doen. Dan kunnen we na de zomervakantie met frisse moed beginnen aan echte oplossingen voor de mobiliteitsproblemen.
Alfred Blokhuizen
Statenlid GroenLinks Zuid-Holland