Vanaf 2015 komt de jeugdzorg in handen van de gemeenten. Waar gemeenten inmiddels wel doordrongen zijn van het feit dat zij verantwoordelijk worden voor de zorg voor de jeugd en daar hard aan werken, blijft het Rijk schromelijk achter. Gemeenten verkeren op dit moment in grote onzekerheid over de financiële middelen die hen straks ter beschikking zullen staan. De meicirculaire van de Rijksoverheid gaf een dramatisch beeld van een budget van 60% van de huidige middelen. Wat betekent dat in de praktijk? Vallen nu al die mooie plannen in duigen?
De Zuid-Hollandse gedeputeerde Janssen liet zich onlangs enthousiast uit over het feit dat gemeenten positief zijn en mooie zorgarrangementen samenstellen. Het bewustzijn bij de gemeenten is groot en zo ook het verantwoordelijkheidsgevoel. De gemeenten zeggen echter terecht, “hoe kunnen wij onze plannen uitvoeren als wij maar 60% van het huidige budget krijgen?“
De transitie jeugdzorg zou worden aangegrepen om een transformatie binnen de jeugdzorg uit te voeren. Transformatie vraagt om nieuwe combinaties en trajecten. Dit wordt echter wel heel lastig als tegelijkertijd wordt aangegeven dat bestaande diensten of organisaties binnen de jeugdzorg het eerste jaar in stand moeten worden gehouden. Leonard Geluk, de voorzitter van de landelijke transitiecommissie stelt dat de gemeenten zowel de zorg voor de organisaties als voor de jeugd hebben. Gelukkig denkt Thea Roelofs van Stek (jeugdzorginstelling) daar heel anders over: “Natuurlijk gaat het kind voor.”
Janssen is van mening dat gemeenten nu ‘met de benen op de grond’ moeten komen. “Leuke nieuwe dingen bedenken is prachtig” zegt hij “maar eerst moet de transitie plaatsvinden, daarna komt pas de volgende stap.” Dat betekent dat er nu sprake is van een overgang van de verantwoordelijk van provincie naar de gemeenten, zonder inhoudelijke veranderingen binnen de jeugdzorg. Waarom ineens deze keuze? Het lijkt er wel heel sterk op dat de financiën hierin leidend zijn. Een gemiste kans volgens GroenLinks fractievoorzitter Marijke Kleijweg: “voor het eerst ligt de zeggenschap over de jeugdzorg bij één partij en dat biedt geweldige mogelijkheden.. Je kunt jeugd en zorg dichterbij elkaar brengen, de steun veel laagdrempeliger aanbieden, de eigen kracht van de omgeving inzetten, de deskundigheid van hulpverleners verhogen en zorgen dat minder kinderen en jongeren in de gespecialiseerde hulpverlening terecht komen. En daar gaat het toch uiteindelijk om?”