De woningmarkt ligt stil, kantoren en winkels staan leeg dus grote bouwprojecten hoeven we niet meer te verwachten, aldus de gedeputeerde van Zuid-Holland. Daarom kunnen we de gemeenten zelf wel laten bepalen wat en waar ze willen bouwen. Er zijn wel kaders: er moet ook echt behoefte zijn aan de nieuwbouw, er moet zoveel mogelijk eerst gebruik worden gemaakt van bestaande terreinen en beschikbare ruimte in de bebouwde kom en alles moet voldoen aan kwaliteitseisen. Wat betekent dat in de praktijk? Het verhaal van twee concurrerende buurtgemeenten.

De gemeenten Lansingerland heeft al 10 jaar geleden een bedrijventerrein ontwikkeld bij de spoorlijn naar Utrecht. Zoals met veel bedrijventerreinen gaat het met de verhuur niet goed. De gemeente is not amused als zij verneemt dat een van de gegadigden alsnog kiest voor een bedrijventerrein in Waddinxveen. Een bedrijventerrein dat zich nog moet ontwikkelen. Dat past toch niet in de kaders van de Provincie denkt men in Lansingerland. Dus richten zij zich tot de Provinciale Staten.

Het terrein in Waddinxveen draagt de prachtige naam “glasparel”. Op dit terrein zou heel innovatief gewerkt gaan worden: glasteelt gecombineerd met aanverwante bedrijven. De gebouwen moeten een combinatie van functies mogelijk maken. Wat doet een distributiecentrum van Aldi dan op zo'n terrein? Immers het is geen met glasteelt verwant bedrijf en het gebruik van regenwater voor de omliggende kassen is niet bepaald een parel van innovatie. Dat predicaat zou men kunnen verdienen als men de combinatie maakt met algenteelt op het dak bijvoorbeeld. Hoe kan het dan zijn dat men ondanks de bestaande leegstand een nieuw bedrijventerrein op korte afstand ontwikkeld. Door voor de berekening van het benodigde aantal hectare aan bedrijventerrein de regio Rijnmond mee te tellen, maar voor het aanbod van hectaren niet naar de ruimte in die regio te kijken. Zo serieus neemt GS van Zuid-Holland haar eigen kaders. De VVD betoogde zelfs dat bedrijven gewoon vrij moeten kunnen kiezen waar men zich wil vestigen. Daarmee de uitgangspunten van het eigen coalitiebeleid negerend.

Regie op de verdeling van de ruimte voor wonen, werken, natuur, recreëren is een kerntaak voor de provincie. De coalitie van VVD/CDA/SP/D66 in Zuid-Holland stevent nu af op een nieuwe sturingsfilosofie: de gemeenten (en de projectontwikkelaars) krijgen het initiatief en alle keuzeruimte. Nu we zien dat men de gestelde kaders als coalitie zelf niet serieus neemt, moeten we vrezen voor de laatste buffers groen in de Randstad en het Groene Hart. Veel gemeenten staan weer in de startblokken om als eerste de buit binnen te halen. Er liggen immers nog heel veel plannen kant en klaar in de la. Er is geld geïnvesteerd en nog niet terugverdiend. Bedrijven en projectontwikkelaars zijn straks weer de lachende derde.