“De gemeenteraden hun positie teruggeven”, dat was de belangrijkste doelstelling van het dualisme. Het dualisme bestaat nu 10 jaar. De Commissie-Elzinga, had gediagnosticeerd dat colleges van B&W oppermachtig waren geworden en de gemeenteraden hun positie hadden verloren. De macht moest terug naar de raden en middel daartoe zou het dualisme zijn. In Binnenlands Bestuur kijkt Elzinga terug op 10 jaar dualisme. Hij stelt dat de dualisering wel geslaagd is maar nog niet af. Waarom de dualisering wel geslaagd is blijft enigszins onduidelijk. Een zekere ontvlechting tussen wethouders en raadsleden lijkt wel te hebben plaatsgevonden, gezien het toenemende aantal wethouders dat ‘gevallen’ is. In 2008 waren er 196 wethouders en in 2009 179 wethouders die voortijdig vertrokken. Na de verkiezingen in 2010 kwam de helft van de wethouders niet terug.

Volgens Elzinga zijn de nieuw aangetreden wethouders beter bestand tegen het dualisme; zij zouden niet anders weten. En de raden hebben meer zelfvertrouwen gekregen.

De zogenaamde coalitiedwang zou zijn afgenomen, hoewel ook Elzinga op dit moment wel weer een sterker wordende coalitiedwang ziet. Maar dit ligt volgens hem aan de moeilijke tijden van bezuinigen en recessie.

Of de toenemende coalitiedwang slechts aan moeilijke tijden ligt weten we niet. Wat we wel met Elzinga kunnen constateren is dat overal om ons heen die coalitiedwang (of noem het macht van de coalitie, of machtsgebruik van de meerderheid) toeneemt. Maar dit was nu juist de essentie van het dualisme; de raad haar positie terug geven. De positie van hoogste bestuursorgaan van de gemeente.

Misschien heeft het toenemende gebruik van macht in colleges en coalities vooral te maken met de veranderende maatschappij. Een maatschappij met krachtig optreden, ‘oneliners’ en vinden dat je (moet doen alsof je) het beter weet dan wie dan ook.

In elk geval zijn de gevolgen van het toenemende machtsgebruik groot.

Politieke discussies worden minder gevoerd op inhoud, meer op voorwaarden. Voorwaarden die misschien niet goed zijn, al dan niet met het doel om niet over de inhoud te spreken. Het effect is wel dat de inhoud minder aan bod komt.

In vele gemeenten en bijvoorbeeld ook in de Provincie Zuid Holland (in de provincies is het dualisme een jaar later ingevoerd) sluit de coalitie de rijen. Onderlinge afstemming (en daarmee ook besluitvorming) vindt plaats in de coalitie en vòòr een raads- of statenvergadering.

De oppositie heeft weinig in te brengen, temeer daar de inhoudelijke discussies minder of soms zelfs niet gevoerd worden. Of discussies gevoerd worden als doelredeneringen, waarbij er geen sprake is van een open discussie. Ook komt op allerlei plaatsten geregeld voor dat ingrijpende beleidsdocumenten niet of veel te laat worden aangeleverd en kritiek van de oppositie daarop wordt ‘gelabeld’ als een gebrek aan vertrouwen.

Onvoldragen stukken worden door meerderheden geaccepteerd en in de Staten moet de oppositie bij herhaling vragen om documenten toegestuurd te krijgen vòòr zij de inspraak in gaan.

Waar het dualisme moest bijdragen een aan betere democratische besluitvorming door de gekozen volksvertegenwoordigers, zien we nu juist een tegengestelde beweging. Een beweging waarbij de dagelijkse bestuurders (wethouders, gedeputeerden en ook ministers) meer macht naar zich toetrekken.

Landelijk zien we dit ook terug in wetgeving. Bijvoorbeeld de Crisis- en Herstelwet, die ervoor zorgt dat gemeenten minder bezwaar- en beroepsmogelijkheden hebben om besluiten van andere overheden aan te vechten. De landelijke overheid trekt meer macht naar zich toe.

Overal zien we een toename van machtsgebruik. Dit in tegenstelling tot overleg en anderen meenemen in plannen, zoals eerder de norm was.

Het uit de weg gaan van inhoudelijke politieke discussies bij overheden kan natuurlijk ook te maken hebben met onzekerheid en gebrek aan (zelf)vertrouwen bij politiek bestuurders. Gebrek aan zelfvertrouwen door een tekort aan communicatieve vaardigheden of door een gebrek aan overzicht in de mogelijke politieke gevolgen op gevoelige dossiers. Die onzekerheid wordt dan geëlimineerd uit zelfbescherming. Er is immers zelfvertrouwen nodig, evenals inzicht en overzicht, om in een stevige discussie stand te houden. En er is een krachtig zelfvertrouwen nodig om toe te geven, wanneer een inbreng een goede aanvulling is, die men zelf nog niet bedacht had.

Als onzekerheid een rol speelt in het toenemende naar zich toetrekken van macht door de politiek bestuurders en machtsdwang wordt gebruikt om de bestuurders af te schermen, dan werkt het dualisme juist machtsgebruik in de hand. In dat geval heeft het dualisme het tegengestelde bereikt van wat ermee beoogd werd.

 

Link naar het artikel van Elzinga.

http://www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/nieuws/nieuws/elzinga-dualisering-is-nog-niet-af.4290066.lynkx