Op Internationale Vrouwendag 8 maart dient Statenlid Marleen maat vragen in over de huidige ontslagregeling. Want deze ontslagregeling voor zwangere vrouwen staat democratische vertegenwoordiging in de weg. 

Op deze Internationale Vrouwendag 8 maart 2025 staan we extra stil bij het zorgwekkende feit dat, ook in Nederland, de democratische rechten van vrouwen – en andere kwetsbare doelgroepen en minderheden – nog steeds niet goed verankerd zijn.

Structureel ondervertegenwoordigd

De ongelijke rechtspositie van vrouwen leidt ertoe dat er belemmeringen zijn voor vrouwen om hun stem te laten horen en politiek actief te zijn en blijven. Ze zijn dan ook structureel ondervertegenwoordigd in onze democratie.

Onnodige barrière

Verschillende onderzoeken en adviezen wijzen op de rigide en ouderwetse ontslagregeling voor zwangere volksvertegenwoordigers als onnodige barrière, zie bijvoorbeeld het onderzoek van Stem op een vrouw.

De ontslagregeling houdt in dat een zwangere volksvertegenwoordiger een verzoek kan doen om tijdelijk ontslagen te worden gedurende een periode van precies 16 weken. Een volwaardig zwangerschapsverlof voor volksvertegenwoordigers bestaat niet, en voor adoptie- en pleegouders, mantelzorgers etc. is überhaupt niets geregeld.

Het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers adviseert dan ook dringend de ontslagregeling te herzien en de verlofmogelijkheden uit te breiden, passend bij de moderne maatschappij.

Ook in de media is aandacht besteed aan de ouderwetse praktijk van ontslag, die ook in Zuid-Holland voor belemmeringen zorgt voor volksvertegenwoordigers die om verschillende redenen (ziekte, zwangerschap, mantelzorg) genoodzaakt zijn tijdelijk terug te treden.

"De GroenLinks-PvdA fractie blijft oproepen de ontslagregeling in samenwerking met de minister van BZK zo spoedig mogelijk te moderniseren."- Marleen Maat

De Vragen zoals ze zijn ingediend

Ondergetekende(n) stelt aan het college van Gedeputeerde Staten de volgende vragen:

  1. Deelt GS de opvatting dat de volksvertegenwoordiging een afspiegeling zou moeten zijn van de samenleving? En dat representatie de kern vormt van onze vertegenwoordigende democratie?
  2. Is GS op de hoogte van het advies verlof- en vervangingsregeling volksvertegenwoordigers en dagelijks bestuurders van het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers?
  3. Deelt GS de conclusie van het Adviescollege dat de huidige ontslagregeling voor volksvertegenwoordigers barrières oplevert voor vrouwen en andere (kwetsbare) doelgroepen die politiek actief willen zijn en blijven als volksvertegenwoordiger?
  4. Is GS bereid om zich in te zetten voor het wegnemen van onnodige en/of discriminerende barrières voor volksvertegenwoordigers, zoals de ontslagregeling? En zo ja, welke mogelijkheden (bijvoorbeeld het Interprovinciaal Overleg) ziet GS om een spoedige modernisering van de ontslagregeling te bevorderen?