Hoe kijken we als GroenLinks aan tegen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag in oprichting? Is dit alleen maar een onderonsje tussen de grote steden Rotterdam en Den Haag en lopen de kleinere gemeenten straks aan de leiband van beide grote broers? Gaat het alleen maar om economische belangen en zijn groen en milieu van ondergeschikt belang? En hoe moet het verder met de provincie?
Over deze en andere vragen bogen fractieleden van gemeenten en Provinciale Staten, bestuurders en afdelingen uit heel Zuid-Holland zich op 3 maart in Delft. De bijeenkomst vond – heel toepasselijk – plaats in het Metropoollab. Een deelnemer omschreef het als een 'zinvolle bijeenkomst, met prima discussies, nieuwe invalshoeken en inspirerende partijgenoten'. Hieronder een verslag.

/* /*]]>*/

De vorming van een metropoolregio, nut en noodzaak

In 2013 komt er een einde aan de WGR+. Dit houdt in dat de Stadsregio Rotterdam en Haaglanden ophouden te bestaan. Omdat er toch behoefte bestaat aan een regionaal overlegorgaan, hebben Rotterdam en Den Haag de handen ineengeslagen en het initiatief genomen tot de vorming van de Metropoolregio.
De gedachte achter dit alles: 'De Metropoolregio Rotterdam Den Haag behoort tot de sterke Europese regio’s. Om erkenning te krijgen als Europese topregio, moet de Metropoolregio haar economische kracht beter benutten. Daarvoor is nodig dat overheden, bedrijven en samenleving gezamenlijk de schouders zetten onder een economische strategie, over sectoren en besturen heen. Dat is waar de Metropoolregio Rotterdam Den Haag voor staat'.
Ongeveer 40 GroenLinksers waren op de bijeenkomst afgekomen. Dagvoorzitter Jan Laurier (bestuur Zuid-Holland) kon tevreden constateren dat het onderwerp leeft bij de fracties en afdelingen. Het is dan ook goed om op partijniveau met elkaar in overleg te gaan.
De eerste aanzet tot de discussie werd gegeven door Maria Wiebosch-Steeman, GroenLinks burgemeester van Hardinxveld-Giessendam en Arno Bonte, fractievoorzitter van GroenLinks Rotterdam. Hoewel beiden het belang zien van regionale samenwerkingsvormen, verschilden ze toch duidelijk in hun waardering over het proces.
Maria gaf aan sturing te missen en vroeg zich af of er wel een duidelijk beeld is hoe Nederland er over 20 jaar uit moet zien. Ook had zij twijfel over de concurrentiekracht van de voorgestelde regio in vergelijking met andere Europese regio's als Londen en Parijs.
Arno legde de nadruk op het belang van een gezamenlijke visie op het gebied. Ter illustratie noemde hij het behoud van Midden-Delfland. Als iedere gemeente voor zichzelf zou kunnen beslissen over de invulling daarvan zouden ze het in no time 'opeten'. Juist regiovorming stelt ons in staat dit soort kwetsbare belangen te behartigen.

Na deze aftrap ontspon zich een levendige discussie, waarin de rol van de provincie veelvuldig aan de orde kwam. Er ontstaat immers een spanning tussen de bevoegdheden van de Metropoolregio en de provincie. Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Welke problemen lossen we op met het optuigen van een ondemocratisch orgaan dat bevoegdheden overneemt van een wel democratisch verkozen orgaan als de provincie? Juist die democratische legitimiteit bleek voor GroenLinks een heikel punt. Dat gold voor de stadsregio's en is onverminderd van toepassing op de nieuw te vormen regio. Hoe komt het algemeen en dagelijks bestuur tot stand? Komen kleine partijen en gemeenten nog wel in het stuk voor? Na de eerste plenaire discussie kwam het beeld naar voren dat men de manier waarop de regio momenteel vorm krijgt als zorgelijk ervaart.

Themadiscussies
Vervolgens splitsten de deelnemers zich op in verschillende groepjes om nader op een aantal thema's in te gaan. Democratische legitimiteit; de voorgestelde vervoersautoriteit; economie en vergroening; groen en milieu en de toekomst van de provincie stonden daarbij op de agenda. In de terugkoppelingen wees men op het belang van inhoudelijke deelname aan de discussie op voor ons belangrijke (groene) thema's. Als kleine partij binnen de regio staan we niet machteloos. Dit vereist echter wel een sterke inzet.
Zo constateerde men dat de vervoersautoriteit niet een 'speeltje' van de grote partijen mag worden en dat het in de regio niet alleen om meer asfalt moet gaan, maar dat juist het openbaar vervoer een belangrijke pijler moet worden. Het succes van Randstadrail geldt daarin als een belangrijk voorbeeld om aan te geven hoe we in de regio om kunnen gaan met mobiliteit. Verder wees men op het belang om 'best practices' te benoemen. Ook de vergroening van de economie en bescherming van (kwetsbare) groengebieden bracht men onder de aandacht.

Onstuitbaar proces?
Tijdens de afsluitende discussie kwam ter sprake dat men de vorming van de Metropoolregio soms ervaart als een voortdenderend proces. Alom erkenden de deelnemers dat een regionale schaal, gezien de complexiteit van de maatschappij en ontwikkelingen dicht bij huis en elders in Europa, van belang is.
Tegelijk stelde men de vraag of de grenzen van zo'n regio niet flexibeler zouden moeten of kunnen zijn. Ook per onderwerp of thema zijn organisatievormen mogelijk en deze hoeven niet aan nauw bepaalde (geografische) grenzen gebonden te zijn. De Metropoolregio bepleit in de in december 2011 uitgegeven brochure zelf dat het gaat om een 'organisch proces van onderaf' en dat 'de raden aan zet' zijn. Daarmee kunnen we als GroenLinksers alleen maar instemmen.
Reden temeer om daar de beleidsmakers mee om de oren slaan!

Natuurlijk heeft deze middag het probleem van de democratische legitimiteit niet opgelost en is de verhouding tot de provincie nog niet helder. Wel was men het erover eens dat dit een goed begin was van een discussie die binnen de partij op verschillende niveaus en in diverse werkgroepen verder zal gaan. Uitkomsten daarvan zullen in toekomstige bijeenkomsten aan de orde komen.
Met andere woorden: er is nog veel werk aan de winkel, maar onder het GroenLinkse motto 'Zin in de toekomst' gaan we er stevig tegenaan!