"Meer oog voor de kwaliteit van de onbebouwde ruimte is een goede zaak." Aan het woord is Annelies van Egmond, lid van de fractie van Groenlinks in Zuid-Holland.

"Met de kwaliteitskaart probeert de provincie antwoord te geven op de vraag welke waardevolle elementen in ons landschap ontzien moeten worden. Een lastige zoektocht, want waardevol voor wie? Voor de huidige stadsbewoner die de drukte en dynamiek van de stad af en toe wil inwisselen voor rust en open einders? Voor de natuurliefhebber op zoek naar een zeldzame orchidee? Voor de toekomstige generaties opdat zij nog steeds de cultuurhistorie van kreekruggen en afgegraven duinen kunnen herkennen?"

/* /*]]>*/

Beleving bewoners centraler stellen

Mij valt op dat karakteristieke kenmerken vaak verwijzen naar die cultuurhistorische sporen in het landschap. Zelden wordt verwezen naar karakteristieke inrichtingselementen als knotwilgen of geriefbosjes en al helemaal niet naar kansen voor biodiversiteit. Dat is toch ook de kwaliteit van een fietstocht door ons veenlandschap: de glijvlucht van een kiekendief en de bloeiende slootranden? Waar een aantrekkelijke leefomgeving de drijfveer is om na te denken over kwaliteit, zouden wensen en belevingswaarde van bewoners van Zuid-Holland meer in het centrum van de discussie moeten staan.

Het Groene Hart en de Rijksbufferzones vulden het buitengebied tot dusver grotendeels in. De steden mochten niet aan elkaar groeien. Die verantwoordelijkheid ligt nu bij de provincie. Het Groene Hart is de afgelopen tijd gekrompen. GroenLinks hoopt dat we die trend kunnen stoppen. Dat onder de verantwoordelijkheid van de provincie het Groene Hart, de Hoeksche Waard, Wijk en Wouden, Midden-Delfland niet net zo makkelijk opgeofferd worden als bijvoorbeeld de Zuidplaspolder.