(Novum) - Peuters met een taalachterstand kunnen vanaf deze zomer naar de basisschool worden gestuurd. Het ministerie van Onderwijs stelt een miljoen euro beschikbaar voor een proef om na te gaan of dit helpt hun taalachterstand weg te werken, meldt een woordvoerder. Wat vindt onze columniste Anne-Marie den Heijer hiervan?
De kinderen vanaf 2,5 jaar worden niet gelijk in de schoolbanken gezet. Ze gaan spelenderwijs aan de slag door bijvoorbeeld liedjes te zingen. De proef moet op twintig scholen worden gehouden. Waar is nog niet bekend. Het ministerie praat met grote gemeenten waar veel leerlingen met een taalachterstand zijn, maar ook met gemeenten die kampen met een krimpend inwonersaantal. De basisscholen hier hebben het moeilijk vanwege een gebrek aan leerlingen. Op deze manier kunnen ze het leerlingenaantal opkrikken.
De proef moet drie jaar duren. Dan wordt nagegaan of dit helpt bij het wegwerken van de taalachterstanden.
Dit bericht is een positieve ontwikkeling om taal te stimuleren en hiermee ook ontwikkelingsachterstand bij kinderen te beperken. Dit voorbeeld zou een mooi aanknopingspunt zijn om binnen Centrum voor jeugd en gezin verder op te pakken. Taalachterstand zou o.a. gesignaleerd kunnen worden op het consultatiebureau. Van belang is dat ouders hierin betrokken worden en ook gestimuleerd worden om de Nederlandse taal te leren.
Taalachterstand vraagt om een brede aanpak waarin er samengewerkt moet worden met meerdere relevante instanties zoals: scholen die voorzien in Nederlandse les voor ouders, logopedisten, opvoedingspartners, organisaties die aan huis spel en taal stimuleren, partners van het centrum voor jeugd en gezin.
Ik hoop dat dit initiatief breed gedragen wordt, zodat het kans heeft om te slagen!
Anne-Marie den Heijer