Op 9 november organiseerde GroenLinks Den Haag de eerste stadsconferentie. Deze stadsconferentie bracht zoveel teweeg dat er een duidelijke hunker naar meer is. De strijd tegen ongelijkheid en voor inclusie is nog lang niet gestreden. De onderwerpen van de dag waren: een eerlijke energietransitie, inclusief onderwijs en een inclusieve arbeidsmarkt. Armine vertelt over haar ervaringen!
De dag werd geopend met speeches van boeiende sprekers. De meeste sprekers vertelden naast inhoud over de thema’s van de dag, ook hun eigen persoonlijke en authentieke verhalen. Zo vertelde wethouder van Amsterdam, Touria Meliani, hoe zij als klein meisje in een multicultureel dorpje in Marokko opgroeide en hoe ze in Nederland door haar liefdevolle buren in Winterswijk werd verwelkomd. Touria komt uit de culturele sector en zet zich onder andere in om diversiteit en inclusie binnen gemeente Amsterdam te verankeren. Ze vertelde ook een eerlijk verhaal. Zij ging in op de complexiteit die een verandering teweegbrengt en gaf ons het advies om ook bereid te zijn om pijnlijke beslissingen te nemen die hard nodig zijn. Zo zet de gemeente Amsterdam mystery-guests in om te zien welke bedrijven discrimineren en verbindt consequenties aan het constateren van discriminatie.
‘Invechten’
Na de plenaire opening gingen we in drie subgroepen verder. Ik heb deelgenomen aan de sessie over de inclusieve arbeidsmarkt. Er waren onderzoekers, docenten, politici, vertegenwoordigers van Stichting Yasmin, Alevitische vereniging, Koerdische arbeiders unie, IDHEM (Midden en Oost-Europeanen), West Papua organisaties, verschillende ondernemers die statushouders in dienst nemen en inwoners van Den Haag. Het verhaal van Nilüfer Saǧir raakte mij het meest. In een korte speech vertelde zij als ervaringsdeskundige haar verhaal. Ze liet haar ongelooflijke strijdkracht zien. Nilüfer is positief ingesteld en dat ondanks alle tegenvallers: onderadvisering op school, haar multiculturele achtergrond en haar nog altijd voortdurende strijd tegen kanker. Na haar eerste operatie liep zij een incomplete dwarslaesie op en de schade was zo enorm dat de artsen haar vertelden dat ze nooit meer zou kunnen lopen. Zij heeft haar speech staand uitgevoerd. Enkel dat al liet haar overlevingsdrang en strijdkracht zien.
Nilüfer vertelde over alle keren dat zij zich heeft weten te herpakken om door te gaan met hetgeen zij altijd geweldig heeft gevonden om te doen. Dat is haar studie afmaken, carrière maken en een belangrijke rol spelen in de maatschappij. Momenteel studeert ze af aan de Universiteit van Leiden en loopt zij stage bij de Nationale Politie. Ook vindt zij het belangrijk om te strijden tegen de heersende vooroordelen en (onbewuste) discriminatie. Helaas heeft ook zij geconstateerd dat wanneer zij alleen een brief en CV stuurt, dat zij niet wordt aangenomen. Dat terwijl haar brief en CV secuur zijn opgesteld en zij zich ook op papier goed kan verwoorden. Nilüfer heeft altijd kunnen terugvallen op haar veerkracht. Maar zij werd geraakt door de opmerking van premier Mark Rutte dat mensen zoals Nilüfer zich zouden moeten “invechten” in de maatschappij. Zoals Nilüfer het ook zo mooi verwoordde in haar verhaal: wat dien ik nog te doen, wetende dat ik al sinds jongs af aan een strijd voer, nog altijd strijdbaar ben en misschien nog belangrijker: ik ben ambitieus en een doorzetter”. Wát dient zij nog te doen om gelijkwaardig te worden behandeld?
Slaapmatras voor 300 euro
De vertegenwoordiger van Midden- en Oost-Europeanen vertelde het verhaal van vele arbeidsmigranten. In mijn stad Den Haag moeten arbeidsmigranten 300 euro per matras betalen en met 20 mensen in één woning overnachten. Bij elkaar opgeteld betalen deze arbeidsmigranten dus 6.000 Euro per maand voor een woning, waarvan de nodige voorzieningen ook nog eens achterwege worden gelaten. Dit is uitbuiting en dat kan echt niet in de stad van ‘vrede en recht’. Vrede en recht voor wie? Voor iedereen in theorie, maar helaas niet in de praktijk.
Iedereen in Nederland profiteert van de arbeidsmigranten. Zij zorgen voor onze economische groei en houden de huidige 24 uurs-economie draaiend – nog afgezien van de vraag of een 24 uurs economie wel een goede ontwikkeling is – en zorgen bijvoorbeeld voor ons ‘vandaag besteld, morgen in huis’ plezier. Het feit dat wij in Nederland ons te goed voelen om al het zware en ‘vieze’ werk te doen, brengt de verantwoordelijkheid met zich mee om fatsoenlijke voorzieningen voor deze mensen te regelen. Je kunt niet alleen de lusten nemen en de lasten nalaten. Ergens betalen we daar als maatschappij een prijs voor.
Nog te vaak hoor ik bestuurders zich op de borst kloppen met ‘hoe goed wij alles in Nederland hebben geregeld’. Maar die bestuurders laten de mensen die geen stem hebben in de kou staan. Als we profiteren van de economische groei, dienen we ook goed te zorgen voor de mensen die deze groei mede mogelijk maken. Arbeidsmigranten hebben te maken met grote stigma’s en worden oneerlijk behandeld. En de landelijke politiek is hier medeverantwoordelijk voor. Daarom ben ik blij dat de provincie Zuid-Holland het programma huisvesting Arbeidsmigranten heeft ontwikkeld en gaat uitvoeren. Dit is een goed begin, maar er moet nog veel meer gebeuren om de arbeidsmigranten en andere groepen, die graag mee willen doen, kansen te geven om zich ‘in te vechten’.